Bij het concert van 27 oktober 2013 van Bachkoor Brabant, Bach en zijn collega’s uit Dresden, wordt onder andere het Miserere in c mineur van Johann Adolf Hasse uitgevoerd. Dit aangenaam verrassend werk sluit het eerste deel van het concert voor de pauze af.

Hoewel de naam Johann Adolf Hasse in onze tijd niet meteen de meest sympathieke associaties oproept, was daar tijdens zijn leven (1699-1783) uiteraard geen sprake van. Hasse was bijna een generatie jonger dan Johann Sebastian Bach. Hasse’s lange leven omvatte een tijd van twee verschillende stijlperioden: de laat-barokke en de vroeg-klassieke periode. Zijn muziek stond altijd in het teken van vernieuwing. Als componist wordt hij vooral gezien als een van de grootste vertolkers van de Italiaanse dramatische opera (opera seria) van de 18de eeuw.

De muziek van Johann Adolf Hasse is te beluisteren bij het concert van Bachkoor Brabant op 27 oktober 2013

Johann Adolf Hasse

Hasse begon zijn muzikale loopbaan als tenorzanger aan de opera in Hamburg onder leiding van Reinhard Keiser. Vervolgens trok hij naar het Italiaanse Napels, waar hij verder studeerde bij Nicola Porpora en Alessandro Scarlatti en waar zijn eerste opera’s werden opgevoerd. In Venetië ontmoette Hasse de gevierde zangeres Faustina Bordoni. Zij was een echte prima donna, die ook bij Händel in Londen optrad. In 1730 trouwde Hasse met haar, reden genoeg om zich tot katholiek te bekeren. De verbintenis met deze mezzosopraan opende voor Hasse vele deuren in de internationale operawereld.

Een fraaie opvoering in 1731 van zijn opera Cleofide vormde een geslaagde sollicitatie naar een vaste aanstelling als ‘Ober-Hofkapellmeister’ aan het hof van keurvorst August de Sterke in Dresden, waarmee hij de opvolger van Johann David Heinichen werd. Johann Sebastian Bach woonde deze première in Dresden bij. Ter gelegenheid van deze première gaf Bach een dag later een orgelconcert in de Sophienkirche in Dresden. Hierover verscheen in de plaatselijke krant een verslag, waarin stond dat Bachs optreden “in aanwezigheid van alle hofmusici en hofvirtuozen ieders bewondering afdwong” en “zodra hij speelt, alles en iedereen verbijstert”. Ruim dertig jaar zwaaide Hasse hier met succes de scepter en droeg hij in belangrijke mate bij aan de reputatie van Dresden als een van de meest vooraanstaande muziekcentra in het Europa van de 18de eeuw.

Heinichen

Johann David Heinichen

Daarnaast werkte Hasse vanaf 1727 ook in Venetië. Hier was hij leraar en dirigent aan het ‘Ospedale degli Incurabili’, een instituut voor jonge meisjes (wezen en vondelingen), die veel muziekonderricht kregen. Hiervoor componeerde Hasse vooral kerkmuziek, waaronder het Miserere in c. De tekst hiervan is een gedeelte uit Psalm 50 (51); een van de meest getoonzette boetepsalmen die behoort tot de liturgie van de Lauden voor de laatste drie dagen van de Goede Week. Dit grote Miserere in c mineur werd in deze context van de Venetiaanse religieuze ceremoniën direct voorafgegaan door een oratorium. In tegenstelling tot in de opera en cantate ontbreekt het recitatief in deze psalmzetting. In deze meer ‘Empfindsame stijl’, waarin het gevoel nadrukkelijk een rol speelt, lijkt Hasse met name in enkele aria’s vooruit te lopen op Mozarts muziek. Aan de oorspronkelijke versie voor meisjeskoor uit 1730 heeft Hasse later zelf een versie voor gemengd koor toegevoegd. De gedrukte vorm hiervan is gebaseerd op twee autografe manuscripten uit Milaan en vier kopieën uit Dresden.

tekst: Geert van den Dungen